r45
EEN KEUR VAN BOEKEN EN PLAATWERKEN
Een volledig litteratuuroverzicht heeft geen zin, daar dit
te vinden is in
Bibliografisch overzicht van geschriften, boek- en plaatwer
ken op het gebied der tuinkunst, door Leonard A. Springer.
Uitgave: H. Veenman en Zonen, Wageningen, 1936.
De studie waard zijn de plattegronden en gravures in
Oude Nederlandsche Tuinen, door Leonard A. Springer.
Uitgave Joh. Enschedé Zonen, Haarlem, 1937, en in
Daniël Marot, door Dr. M. D. Ozinga. UitgaveH. J. Paris,
Amsterdam 1938. Een zeer lezenswaardig boekje over Ver-
sailles isJ. H. Plantenga, Versailles. Geschiedenis van bouw
en bewoners van paleis en omgeving. Amsterdam 1938.
Het eenige boekje, speciaal over de ontwikkeling van de
Nederlandsche parken is
Oud-Nederlandsche Tuinkunst, door Jhr. C. H. C. A. van
Sypesteyn. Uitgave: M. Nijhoff, 's-Gravenhage 1910. Het is
niet zeer volledig.
Onder de oude boeken is een der aardigste het geciteerde
Bijzondere Aenmerkingen over het aenleggen van prachtige
en gemeene landhuizen, lusthoven, enz., door Pieter de la
Court v. d. Voort, Leiden 1737. Zeer lezenswaardig zijn ook
de reisbrieven van denzelfden schrijver uit Parijs, Versailles,
enz. (1700), gepubliceerd door F. Driessen, Leiden 1927, in:
De reizen der de la Courts, 164117001710.
Van de oude plaatwerken zijn zeer de moeite waard
Sorgvliet bij den Haag, door J. v. d. Avelen,
't Huys te Zeist, door Daniël Stoopendaal, 1700,
De zegepralende Vecht, door Andries de Leth, 1719,
Het zegepralend Kennemerland, door Brouerius van Nidek,
'729,
Het verheerlijkt Watergraafs- of Diemermeer, door Broue
rius van Nidek en H. de Leth, 1725, en
Plusieurs vues de la court de Heemstede door I.
Moucheron, 1700.
Over oude kasteelen, over de heerenboerderijen in de Beem-
ster, enz. zieIk zie, ik zie wat gij niet ziet, door J. W. F.
Werumeus Buning. Uitgave Querido, Amsterdam, en
E. O. M. van Nispen tot Sevenaer, Nederlandsche Kastee
len, Heemschut-Serie no. 20.
en over FrankendaalHet laatste huis in de Meer, F.
Thomas, Amsterdam 1941.
Een goed boek uitgegeven door de Wereld Bibliotheek in
1942, getiteld: „Ons eigen land" waarin wij bijzonder wijzen