He, is eigenlijk een veel te groote onderneming, om
het geheele land ten oosten van den IJsel en ten zuiden
van den Rijn in één hoofdstuk te willen bespreken,
want over den Achterhoek, en over 't land tusschen de
groote rivieren, en over de Zuidlimburgsche landgoe
deren zou een drietal boeken zijn te schrijven. Maar wij
zullen veel overslaan en alleen even noemen wat mede
kan werken tot verrijking van ons inzicht in de oude
buitens.
HOOFDSTUK VIII
DE BUITENS VAN DEN ACHTERHOEK EN
TWENTEVAN NOORD EN ZUID
In het vorige hoofdstuk is reeds gezegd wij verlaten
nu het forensen-buiten, de zomcrwoonplaats van den
stedeling en we komen in 't gebied waar het landgoed,
de rijke, statige woonplaats van den landheer, dikwijls
zelfs de kasteelheer, overweegt. Een uitzondering
daarop maakt alleen de omgeving van enkele grootere
steden: tegen Assen ligt een buitenplaats gevlijd, bij
Nijmegen, in den thans weinig populairen lagen hoek
bij het Maas- en Waalkanaal liggen bijeen de restanten
van het eens grandioze Duckenburg, met een imitatie
Le Nötre-Grand Canal van bijna een halven kilometer
lang, en het laat 18e eeuwsche of vroeg 19e eeuwsche
Winckelsteeg, dat ondanks zijn stichting tijdens de ken
tering tusschen monumentaliteit en landschappelijk
heid toch in hoofdlijnen een barok buitentje is. Ook in
de omgeving van Den Bosch en Breda, van Tilburg en
Helmond liggen eenige buitens-van-stedelingen, terwijl
Eindhoven verrijkt is door het nieuwe landgoed van de
grondvesters van de groote industrie.
Maar verder zullen wij in hoofdzaak kasteelparken,
havezathen, borgen en landgoederen tegenkomen,
vele van zeer ouden datum, maar bijna alle in den
tijd toen de Oostindische Compagnie het land ver-
108