stoep 7 voet mocht zijn, bijna 2 meter. Dat
zal geweest zijn om onderin de hooge stoep
een toegang tot het inmiddels in zwang ge
komen onderhuis te maken. Bij de uitgifte
van de bouwerven aan 't eind van de Hee
rengracht bij den Amstel, werd in 1667 bui
ten de keur toegestaande stoepen vijf voeten
uyt de rooyinghe van d'huysen, mits dat de
ondercant van de sarck niet meer als een
duym sal mogen oversteken. Van deze
breedte blijkt geen gebruik te zijn gemaakt,
tenzij voor een indieping in de straat, tot
toegang onder de stoep. Dat de sarck één
duim meer mocht oversteken, zal ongetwij
feld zijn voor het in gebruik zijnde profiel
aan stoep en treden, of voor een gootje,
„rioeltje", voor afwatering.
In 1717 werd nog eens een herziening van de
keur op de stoepen gegeven. Aan de hoofd
grachten bleef de hoogte der stoepen 7 voe
ten, maar voor de verdere quartieren mocht
de hoogte niet meer zijn dan 5 voeten, plm.
1.40 m. Wie dit weet, kan opmerken dat in de
oude stad buiten de grachten de oudere stoe
pen soms hooger zijn dan die van na 1717.
De vrijgevigheid van het Stadsbestuur om
den huiseigenaren de beschikking te geven
over een strook grond in den openbaren
weg, sloot vanzelf de voorwaarde in, dat de-
58