in de windkast en wordt derhalve direct ge- heschen, zonder de wrijving van de twee schijven in den hijschbalk. Dat is bijzonder geschikt voor zware vrachten. Omdat het wiel haaks op het windas moet staan, komt bij de toepassing van een windkast het wiel evenwijdig met den gevel. Deze merkwaar dige toestellen, deugdelijke ambachtelijke werkstukken, kan men zien aan de pakhuizen van de West-Indische Compagnie van 1642 aan den Buitenkant, nu genaamd Prins Hen drikkade, bij de Groenlandsche pakhuizen van 1620 aan de Keizersgracht 4044, bij twee pakhuizen aan de Kromboomsloot 18 en 20 van 1636 en aan de groote pakhuizen aan de Oude Schans. Enkele voorbeelden zijn nog aan de koopmanshuizen Heeren gracht 120 en O.Z. Voorburgwal 40. De windkast is te beschouwen als de voor ganger van den hijschbalk met vrijstaand windas binnenshuis. Voor het latere woon huis is steeds een hijschbalk gebruikt, voor zien van een haak voor het ophangen van een takel. De balk is dan zonder bef, steekt uiterlijk 70 cm buiten den gevel en is uitslui tend geschikt voor lichte lasten. Het windas werd ook in staanden stand toe gepast, om met ingestoken spaken in 't werk gesteld te worden. Dat heet een Kaapstan- 43

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1943 | | pagina 59