hijschbalk tot de straat, omdat de as nooit
geheel mag afrollen. Onderaan is de ijzeren
hijschhaak met een zwaren ijzeren bal, opdat
het windas kan afloopen.
Met dit vernuftig instrument kunnen twee
man de zwaarste vrachten naar boven bren
gen. De een blijft beneden, slaat den strop en
houdt af met het dunne haaltouw. De ande
re trekt op den zolder aan het hijschtouw.
De voorover staande gevel zorgt dat de baal
los van den gevel blijft.
De hijschbalk heeft een kapje, met lood af
gedekt, opdat de houten balk niet bij den
muur afrotten kan, hetgeen ondanks die
voorzorg toch wel eens gebeurt. Binnen
steekt de balk flink ver door, als een hefboom
en is daar deugdelijk boven in de houten kap
verbonden. In dat binnenste deel is een pok
houten schijf, waarover de reep glijdt naar
de as van het daaronder geplaatste windas.
Wanneer de zijmuren van het huis scheef op
den gevel staan, geert de hijschbalk mede,
staat deze schuin op den gevel.
Wanneer iets geheschen moet worden dat
niet veel weegt en dat vlug moet gaan, wordt
aan den haak van den reep een katrol, bij
den vakman blok geheeten, met touw ge
hangen. Bij pakhuizen gebruikt men dan
nog een blok onderaan, zoodat de hijschen-
40