glazuur. Deze glimmende koppen verhoogen de tintelende schoonheid van het muurvlak. In het eind van de negentiende eeuw deed men dat anders. Men bakte verglaasde stee- nen met wit, groen en rose glazuur, waar mede zeer leelijke gebouwen tot stand ge bracht werden. Het onaangename is, dat deze verglaasde steenen weinig vuil worden of verweren, zoodat zij hardnekkig de stad blij ven ontsieren. Zulk een bouwwerk van witte verglaasde steen is het „witte huis" op de samenkomst van Spuistraat, Raadhuisstraat en Singel. Een gevel van rose verglaasde steen staat aan den N.Z. Voorburgwal 112. In het begin van de 20ste eeuw verschenen de nageperste steenen, ook wel verblend- steenen genaamd, waarmede men muurvlak ken metselen kon, steenen die keurig per stuk doch doodsch in het werk waren. Er zijn tal van voorbeelden te zien in de stad. Onze tijd is gaan inzien dat de handvorm steen in schoonheid alles overtreft. Vooral op aandrang van de schoonheidscommissie worden in de oude stad vele nieuwe gevels in handvormsteen gemetseld, waardoor zij beter bij de oude gevels passen, vooral wan neer zij door regen, stof en zon zijn bijge kleurd. De nieuwe handvormsteenen staan niettemin in aesthetischen zin in den regel 14

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1943 | | pagina 18