daar, zich verbonden voelende met zijn ge
liefde woonbuurt, met het hemelruim en met
zijn duiven. Tot de schoone dieren alle naar
binnen gaan, gehuisvest op de vliering.
In een der bekende revues van Reijding uit
de eeuwwisseling, Luilekkerland, speelt
Pietje Puck uit de Jordaan een belangrijke
rol. Om hem te roemen, werd hem toege
zongen:
Wie heit 't mauiste duifeplat
Fan heil de Laadsche buurt?
Wie heit soo faak 'n Amstelbad
Met hechtenis besuurt?
Dat is ons Puckie, dat is ons Pietje Puck,
Hij lust geen klaore, dat is z'n ongeluk.
Op een wandeling langs de gedempte Ro
zengracht ziet men soms heele groepen men-
schen bijeenklitten, naar boven kijken en wij
zen naar den hoog en toren, den Westertoren.
Dan is er een havik of een sperwer die op de
duiven jaagt. Dan vliegen de duiven niet
meer in gesloten gelederen, maar wijd en zijd
verspreid. Dan is er onrust in heel de buurt.
Tot 't joelt en oplaait: Kaak de sperrewer,
hij hep 'r ein.
De plathouderij geeft stoffage aan de stad
en het luchtruim. Maar ook last voor de bu
ren. Reeds vroeg werden bij stedelijke keu
ren de duiven beschermd en ook beteugeld.
90