Toen kwam de inzinking. Elke ruit werd an ders. Zooveel ruiten zooveel maten in één gevel, met als gevolg onordelijkheid. Nu moet men niet denken dat men die lee- lijke ramen goed krijgt met er eventjes vlug glasroeden in te maken voor kleine ruiten. Dan worden de ruitjes te groot of te klein. Dit is nog zoo erg niet, maar ze worden ver keerd van verhouding en dat is fout en wan staltig. Bij elke bouwperiode behoort een be paald formaat glasruit. De verhouding, die het eenvoudigst wordt bepaald door de rich ting van de diagonaal, blijft steeds onge veer gelijk. Veelal is aan elk oud huis nog wel een echt oud raam te vinden, in den kel der, op den zolder, of aan den achterkant. Maar ook dan is het nog oppassen, want dit oude raam kan van vroegeren of lateren tijd zijn dan de ramen aan den voorgevel. Ook komt het voor dat de gevel modern gemaakt werd en de achtergevel minder nieuwerwets; zoo ziet men aan het monumentale huis Hee rengracht 40 een Louis XVI gevel met draai ende ramen met groote ruiten, terwijl aan den achtergevel schuiframen met kleine rui ten zijn. De eerste houten glasroeden na het glas in lood zullen gemaakt zijn ongeveer in 1640. In de pakhuizen van de West-Indi- 84

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1943 | | pagina 112