Wanneer men te Amsterdam iets aan een
huis buiten de rooilijn dus ook boven de
stoep maakt, moet daarvoor precario be
taald worden, een jaarlijks terugkomende
post, die het weder opruimen bevordert.
Wanneer echter aangetoond kan worden
dat dit uitsteeksel van oudsher aanwezig is
geweest, wordt deze betaling niet geëischt.
Een aanwezige lantaarnarm of een bevesti
gingsbout, toegelicht met een oude afbeel
ding, zijn daarvoor voldoende bewijs!
Nu wil het dat in het Grachtenboek de oude
lantaarns zijn aangegeven, zoodat dit boek
voor de hoofdgrachten in dit opzicht van
belang is.
77