ons hier in hoofdzaak bezig houden. Lintbebouwing is van zeer nadeeligen invloed op het uitzicht, dat men van den weg af heeft. De huizen rijen belemmeren volkomen het uitzicht op de nog onbedorven omgeving, zoodat de illusie van het bui tenzijn er goeddeels door wordt verstoord. Het maakt wel is waar groot verschil, hoe de bebouwing op zich zelf is. Men kan hebben een dicht aaneengesloten leelijke bebouwing en een goede bebouwing met be hoorlijke tusschenruimten. Toch hebben beide vormen dit gemeen, dat het verband van weg en landschap door het onttrekken van het uitzicht op het achter de bebouwing liggende landschap geheel wordt verbro ken. Zelfs bij meer verspreide bebouwing gaan veelal de groote lijnen van het oorspronkelijke landschap verloren. Het lijkt soms, of men als de eenige functie van den weg beschouwt, het bieden van gelegenheid om er langs te bouwen. Het bouwen van huizenrijen langs buitenwegen be derft het landschapsschoon in zoo hooge mate, dat daartegen niet genoeg kan worden opgekomen. Gelukkig begint meer en meer het bewustzijn door te dringen, dat aan lintbebouwing tal van bezwaren kleven. Dit wil helaas echter geenszins zeggen, dat dit vraagstuk zijn oplossing reeds genaderd zou zijn. Er zijn nog tal van gemeenten, waar de regeling van de bebouwing veel te wenschen overlaat. Zoo ontbre ken daar doelmatige uitbreidingsplannen, die zijn op gezet met in achtneming van gezonde stedebouwkun- dige beginselen. Te veel wordt nog bevordering van de uitbreiding der bevolking langs den weg van den minsten weerstand als de juiste behartiging van het gemeentebelang beschouwd. Deze kortzichtigheid moet op den duur noodlottige gevolgen hebben. De bedenkingen, die van verkeerszijde tegen lintbebou wing worden aangevoerd, zijn van geheel anderen aard. In het algemeen betreffen zij het in gevaar 85

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1943 | | pagina 98