exemplaren kunstmatig te verwekken, kon worden nagegaan, hoe het stond met de gevoeligheid van de verschillende iepensoorten en afzonderlijke individuen voor de gevreesde ziekte. Een enorme arbeid is ver richt om nagenoeg alle over de wereld verspreide en in ons land winterharde iepensoorten te verzamelen en het gedrag daarvan ten opzichte van de ziekte na te gaan. Daarenboven zijn nog aanmerkelijk grootere hoeveelheden iepenzaailingen onderzocht. Deze pogingen tot het vinden van een voor de ziekte resistenten iep mogen in zooverre reeds geslaagd wor den genoemd, dat na vele jaren van proefnemingen de iep no. 24 of de iep Dr. Chr. Buisman, zoo ge noemd naar de hoogst bekwame, helaas zoo vroeg overleden onderzoekster is gevonden. De ervaring, aanvankelijk met dezen iep opgedaan, is niet ongun stig, maar toch kan hij ons voorloopig den Holland- schen iep nog niet doen vergeten. Deze uit Spanje afkomstige zaailing is in strenge winters als zeer jonge boom eenigermate gevoelig voor vorst gebleken, ter wijl hij ook onder sommige omstandigheden door nectria (vuur) wordt aangetast. Dit zijn minder aan trekkelijke eigenschappen. Het verdient aanbeveling, ten einde zoo veel mogelijk ervaring op te doen, dezen iep op bescheiden schaal aan te planten. Omtrent de waarde van dezen boom op lateren leeftijd is nog niets bekend. Ook uit dien hoofde is een beperkt ge bruik voorloopig nog raadzaam. Zou men hem ge bruiken met bet oog op de toekomstige houtwaarde, dan zou daarvan wel eens teleurstelling het gevolg kunnen zijn. Het onderzoek naar het opsporen van onvatbare iepen is nog geenszins afgesloten. Er wordt getracht ook door kruising van iepen andere in de praktijk vol doend resistent iepen te vinden. Ook dit is een om vangrijk en tijdroovend werk, zoodat resultaten niet spoedig zijn te bereiken. Uit dit alles moge echter 50

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1943 | | pagina 57