HOOFDSTUK V KEUZE van de houtsoorten. De houtsoort vervult bij de aankleeding van den weg een uiterst belangrijke rol. Een onzer meest typische laanboomen is de iep, in het bijzonder in het open polderlandschap. De iep drukt daar veelal een stempel op het landschapsbeeld. Tal van eigenschappen maken deze houtsoort uitermate geschikt voor wegbeplanting. De iep is goed bestand tegen wind en groeit snel, zijn hout is van goede hoedanigheid, de iep kan op allerlei wijze worden gesnoeid, de jonge boom slaat bij het planten gemakkelijk aan, hij is bestand tegen schade lijke invloeden. Dit zijn allerlei eigenschappen, welke voor beplantingen zeer zijn te waardeeren. Daaren boven is de Hollandsche iep een bijzonder fraaie boom, zoowel in den winter als in bladertooi. Helaas bezit hij de ongunstige eigenschap in hooge mate gevoelig te zijn voor de iepenziekte (Ceratostomella ulmi (Schwarz) Buisman), zoodat deze boom feitelijk niet meer voor aanplant in aanmerking kan komen. De gevreesde ziekte is in 1919 voor het eerst in ons land waargenomen. Sedert dien heeft zij zich meer en meer verspreid en de epidemie is nog steeds niet tot staan gekomen. Het onderzoek heeft na vele jaren van studie en proefnemingen uitgewezen, dat tegen de ziekte als zoodanig geen kruid is gewassen. Maatrege len om haar te bestrijden anders dan langs indirecten weg zijn niet bekend. In dit verband moge er aan worden herinnerd, dat deze bestrijding bestaat in het voorkómen van de vermeerdering van de iepenspint- kevers, die als de overbrengers der ziekte moeten wor den beschouwd. De iepenspintkevers hebben voor hun vermeerdering kwijnende of stervende boomen noodig 48

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1943 | | pagina 53