schoonheid zeker niet uitsluitend aan hun beplantin gen; deze zijn wel vaak van beteekenenden invloed, maar ook de schoonheid van den niet beplanten weg, die soms zeer goed in zijn omgeving past, vindt erken ning. In het bijzonder als van wijde uitzichten valt te genieten, is een beplanting dikwijls meer hinderlijk dan aangenaam. Het sterk van karakter veranderde verkeer heeft de nadeelen van de regelmatige en dik wijls dichte boomenrijen sterk doen gevoelen. Bij de voor wegverbreeding noodzakelijke velling van beplan tingen is aan het licht getreden, dat in sommige geval len de velling voor het landschapsschoon geen ernstig verlies beteekende en dat zelfs wel eens winst viel te boeken. Deze omstandigheden hebben er toe mede gewerkt, dat het vraagstuk der aankleeding van den weg uit een oogpunt van landschapsschoon weer eens onder een nieuwen gezichtshoek werd bekeken. Van verkeerszijde wordt door sommigen heftig tegen onze laanbeplantingen gefulmineerdmen komt daar bij soms tot zeer éénzijdige beschouwingen. Er wordt dan echter vergeten, dat dit vraagstuk noodzakelijker wijs ook van een andere zijde, dan uitsluitend die van het verkeer moet worden bezien en wel van den aesthetischen kant. Gelukkig mag worden vastgesteld, dat het inzicht, dat de weg èn wat zijn ligging in het landschap èn wat zijn aankleeding betreft aan zekere schoonheidseischen moet voldoen, meer en meer veld wint. Langzamerhand rijpt de gedachte, dat wegen ook die, welke aan hooge verkeerseischen moeten beant woorden en landschapsschoon geen tegenstrijdige begrippen behoeven te vormen, al zal nog menigmaal tegen eenzijdige beschouwingen stelling moeten wor den genomen. Daarbij kan de functie van de beplan ting, welke de aesthetische verzorging van den weg beoogt, worden omschreven, als het vormen van de 44

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1943 | | pagina 49