mede te worden overwogen, welke der rijen zich het best zal kunnen aanpassen aan den nieuwen toestand. Voorts zal rekening moeten worden gehouden met de omgeving van den weg, waarbij in den regel voor velling zal worden aangewe.zen de rij, waarachter het landschap het meest aantrekkelijke beeld van den weg gezien zal geven. Betreft het een oude beplan ting, die in sterk gesloten toestand is opgegroeid, dan zal velling van één der beide rijen ten gevolge kunnen hebben, dat de overblijvende rij gaat kwijnen. Boven dien zullen de kronen zich dan geheel naar den dich ten toestand gevormd hebben en naar de zijde van den weg meer of minder sterk zijn afgeplat. Worden dergelijke boomen vrij gesteld, dan geven de afge platte kronen in den regel een weinig fraai uiterlijk aan den weg. Het is dus noodig, dat bij het over wegen van velling van één rij den toekomstigen toe stand nauwgezet te beoordeelen. Er zullen gevallen zijn, waarin de voorkeur zal moeten worden gegeven aan velling van beide rijen, al zou met velling van slechts één rij kunnen worden volstaan. Op kwijnende of verminkte boomen langs een weg behoeft, uit een oogpunt van landschapsschoon beschouwd, geen prijs te worden gesteld en in het bijzonder niet, wanneer deze duidelijk aan een vroegeren toestand herinneren. Er zijn gevallen, waarin velling van de beplanting ander natuur- of landschapsschoon in het zicht brengt. Wel is waar verandert dan het karakter der aanklee ding van den weg volkomen, maar toch maakt deze omstandigheid het veel gemakkelijker, de beplanting op te offeren. Het komt zelfs voor, dat de winst grooter is dan het verlies, zoodat van een offer geen sprake is. Toch is in dit opzicht voorzichtigheid gebo den en is het gewenscht, de beoordeeling van een en ander over te laten aan hen, die de gevolgen van de te nemen maatregelen weten te overzien. Slechts dan kunnen teleurstellingen worden voorkomen. 40

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1943 | | pagina 45