Het zal noodzakelijk zijn, er bij te vermelden, welke
weg wordt bedoeld. De wegen dragen namelijk dik
wijls een zeer uiteenloopend karakter. Zoo heeft een
speciale autoweg aan geheel andere eischen te vol
doen, dan een eenvoudige landweg, die slechts voor
plaatselijk verkeer dient, waar snelheid van onderge
schikt belang is. Er zijn tal van variaties tusschen
hoofdverkeerswegen en het eenvoudigste voetpad. De
voordeelen en de bezwaren van boomen langs al de
uiteenloopende soorten van wegen moeten voor iederen
weg op zich zelf en daarnaast in verband met het
landschap, waarvan zij deel uitmaken, worden beoor
deeld de waarde en de beteekenis van beplanting zal
voor iederen weg verschillen. Zoo is bv. schaduw voor
een autoweg geen vereischte, terwijl deze voor een
wandelpad belangrijk kan zijn. Boomen dicht langs de
verharding zijn voor snelverkeer gevaarlijk; voor een
smallen weg in een waterrijken polder daarentegen
kunnen ze buitengewoon nuttig zijn. De houtopbrengst
van de beplantingen speelt bij tal van wegen geen of
slechts een ondergeschikte rollangs verschillende
wegen worden beplantingen uitsluitend met dit doel
aangebracht. Langs den eenen weg staan boomen
fraai, terwijl zij langs den anderen weg voor de
schoonheid hinderlijk kunnen zijn.
Uit een en ander blijkt wel zeer duidelijk, dat de
vraagstukken, welke zich ten aanzien van beplantingen
voordoen, bezwaarlijk algemeen zijn te stellenieder
geval zal dan ook op zich zelf moeten worden be
oordeeld.
Hoewel de bezwaren van boomen langs wegen, wat
betreft de veiligheid van het verkeer en de belemme
ring van het uitzicht, niet geheel zijn te ondervangen,
bestaat er niettemin een middel om ze te verminderen,
nl. verruiming van den plantafstand. In ons land zijn
onderlinge afstanden van 48 m héél normaal. Deze
zijn voor wegen, welke bestemd zijn om met eenige
34
