en daarbij droog is. Ook de soort is van invloedzoo
blijft populierenblad bij nat weer gemakkelijker aan
het wegdek kleven dan bv. het blad van beuken of
eiken. Er mag niet uit het oog worden verloren, dat
afgevallen blad in den regel slechts korten tijd werke
lijk hinder veroorzaakt, indien het bv. na de eerste
nachtvorsten en bij stil weer in groote hoeveelheden
op een natten rijweg terecht komt. Voorzichtigheid is
dan geboden. De wind en het verkeer doen het blad
echter betrekkelijk spoedig weer naar de zijkanten ver
huizen, ook al doordat de luchtbeweging, die de auto
veroorzaakt, het meest bereden gedeelte van den weg
en ook het blad sneller doet drogen dan elders het
geval is, zooals duidelijk valt waar te nemen, als een
nat wegdek begint op te drogen. In het algemeen kan
een ervaren rijder wel beoordeelen, wanneer met dit
slipgevaar rekening moet worden gehouden. Voor
wegen, waaraan als eerste eisch wordt gesteld, dat zij
onder alle omstandigheden, waarop maar eenigszins
invloed valt te oefenen, veilig met groote snelheid
moeten kunnen worden bereden, zooals bv. de speciale
autowegen, kan het slipgevaar door bladval zoo groot
zijn, dat uit dien hoofde geen boomen dicht langs den
weg kunnen worden geduld. In het algemeen is het
echter niet noodzakelijk, boomen langs wegen te
weren, vanwege mogelijk slipgevaar door afvallend
blad.
Een ander bezwaar, dat boomen kunnen opleveren,
is de belemmering van het opdrogen van den weg,
doordat de wind niet voldoende langs het wegdek kan
strijken en de toetreding van de zonnewarmte wordt
bemoeilijkt. Dit bezwaar geldt in hoofdzaak voor oude
wegconstructies als bv. grintwegen en macadamwegen,
welke onder langdurige vochtigheid lijden. De mo
derne wegen met afsluitende wegdekken, waarin vocht
niet kan doordringen en die bovendien snel opdrogen,
zijn op dit punt minder gevoelig. Onder deze zijn er
30