naamste Nederlandsche bevolkingscentra de zg. pri
maire wegen. Reeds in 1932 had de eerste herziening
plaats, terwijl het in 1938 wederom werd gewijzigd.
Het sterk groeiende verkeersorganisme, de zich nog
steeds wijzigende verkeerseischen als gevolg van de
voortschrijding der technische mogelijkheden, de hoo-
gere snelheden, zwaardere vrachten, maakten deze
noodzakelijk.
Naast het Rijkswegenplan bestaan de Provinciale
wegenplannen, welke de secundaire wegen omvatten,
dat zijn wegen, welke in hoofdzaak van belang zijn
als onderlinge verbindingen tusschen bevolkingscentra
van minderen omvang en als verbindingen met de
primaire wegen.
De tertiaire wegen vormen ten slotte de kleinste mazen
van het wegennet met beteekenis voor doorgaand
verkeer.
Ook de wegen voor plaatselijk verkeer zijn van belang,
zoowel wat betreft de straten in de woonkernen als de
buitenwegen. Ruim 125 jaar geleden schreef Sinclair
in „Systhem of husbandry in Schotland" reeds „There
„is nothing for which the farmer can afford to pay a
„percentage better than for a good road through
„his farm."
Met genoegen mag worden geconstateerd, dat ons
land op wegengebied geen slecht figuur slaat. Het
oude spreekwoord „zoo de weg, zoo het land" houdt
voor ons land zeker een compliment in. Toch valt er
nog zeer veel aan onze wegen en aan het wegennet te
verbeteren, zoodat we allerminst een eindtoestand
dicht benaderen.
Dit houdt echter niet in, dat het noodig of ook maar
gewenscht zou zijn, al onze wegen voor het verkeer
met groote snelheid in te richten; het gaat ten slotte
er om, in het geheele land een logisch samengesteld
wegennet te verkrijgen met inbegrip van de verbin
dingen met het buitenland, aangepast aan de be-
22