In den begintijd van den automobiel werd vooral aan de stofplaag bijzondere aandacht gewijd. Voorts aan de grootere slijtage, waaraan de bestaande verhardin gen onderhevig waren, vooral in natte tijden. Verschil lende verbeteringen werden aangebracht, scherpe bochten werden afgesneden, rijwielpaden aangelegd. Naarmate het autoverkeer toenam, bleek echter al spoedig, dat met plaatselijke verbeteringen niet kon worden volstaan. Het werd langzamerhand dringend noodzakelijk, het geheele wegenstelsel op de bevredi ging van de nieuwe behoeften in te stellen, terwijl daarbij vooral ook aan de toekomst moest worden gedacht, aangezien ter dege rekening diende te worden gehouden met de mogelijkheid van een toenemende uitbreiding van het verkeer langs den weg. Met de noodzakelijke herziening van ons wegenstelsel waren tot dusverre reeds enorme kapitalen gemoeid geweest, terwijl nog zeer veel zal moeten worden uit gegeven, vóórdat de noodzakelijke aanpassing zal zijn bereikt. Er mag vooral niet worden vergeten, dat het weg verkeer als economische factor uiterst belangrijk is. Er is geen enkel onderdeel van de productie, waarbij het wegverkeer niet in meer of minder sterke mate is betrokken. Er is geen product, waarvan de kostprijs niet wordt beïnvloed door de kosten van het vervoer langs den weg. Zonder het wegverkeer kunnen geen agrarische producten, geen bouwmaterialen, geen machines, geen kleedingstukken enz. worden geprodu ceerd of afgeleverd. De economie in het wegverkeer is zeer belangrijk. Vandaar dan ook dat het gezegde „Geen land ter wereld is rijk genoeg om zich de weelde van slechte wegen te kunnen veroorlooven", inderdaad de volle waarheid weergeeft. In 1927 werd het eerste Rijkswegenplan vastgesteld. Dit omvat de verbindingen van overwegende betee- kenis voor het doorgaande verkeer tusschen de voor- 21

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1943 | | pagina 26