weest van de Arrondissements Rechtbank, die in 1876
naar Alkmaar verplaatst werd. Sedert 1878 is een
gedeelte van het gebouw voor Museum bestemd, ter
wijl in een ander gedeelte het Kantongerecht was on
dergebracht. In 1932 is dit laatste verplaatst en is het
geheele gebouw Museum geworden. Het West-Friesch
Museum, dat een provinciaal karakter draagt, beoogt
in hoofdzaak het bijeen brengen van voorwerpen van
historische en kunsthistorische waarde uit Westfries
land. De ligging en het gebouw zelf, dat zoo'n groote
rol gespeeld heeft in de geschiedenis van dit deel van
Noordholland, zijn er als geknipt voor.
Het gaat niet aan om hier voorwerpen te beschrijven,
maar wel kan gezegd worden, dat een verzameling
bijeengebracht is, die beter dan woorden vertelt over
den bloeitijd van Hoorn en Westfriesland, een tijd
waarin kosten noch moeite gespaard werden om hui
zen te laten bouwen en deze fraai te laten inrichten,
waarbij alles getuigde van grooten kunstzin en liefde
voor het vak. Dit museum, dat van groot belang is
geworden, is de moeite waard om te bekijken.
We komen nog even terug op den Doelen. Achter het
gebouw is een plein, het Dodenveld, waar geoefend
werd. Aan de achterzijde, aan de Vest bij den Maria-
toren, zijn overeenkomstig de ligging der gebouwen in
1638 poortjes gemaakt, één voor den St. Joris en één
voor den St. Sebastiaans Doelen. Deze poortjes van
bak- en natuursteen met een bekroning van natuur
steen, die in een bol eindigt, vertoonen zeer veel over
eenstemming. Op de horizontale lijst van het ééne is
een voorstelling van St. Joris, die den draak verslaat.
Bij het andere staat tusschen een gebroken fronton St.
Sebastiaan, die door twee boogschutters ter zijde be
schoten wordt. Deze figuren zijn bij de restauratie
vernieuwd. Het jaartal 1638 stond en staat nog naast
St. Sebastiaan. Bij het andere poortje stond 1638 in
76