de stadsapotheek gevestigd, die ruim 30 jaar geleden
is opgeheven. 1862 is voor het gebouw een belangrijk
jaar, een gedeelte wordt gesloopt en een nieuw gast
huis wordt hier ingericht. In 1865 gaat het overige
gedeelte naar den grond en het gasthuis wordt ver
groot. Nog altijd is hier het stadsziekenhuis. In de
latere jaren is er veel aan en in getimmerd, zoodat
noch van het klooster, noch van het Admiraliteitsge
bouw iets over is.
Alleen het zoo typische poortje van natuur- en bak
steen is gebleven, dat een mooi voorbeeld is van de
bouwwijze van dien tijd. Het topje wordt net als dat
van het oude gebouw van den St. Joris doelen,
begrensd door sierlijk gebogen lijnen.
Aan weerszijden van den doorgang komen gecanne
leerde pilasters met Ionische kapiteelen voor op mooi
bewerkte piëdestals. De pilasters worden onderbroken
door horizontale banden. Drie boogsteentjes zijn ver
sierd met leeuwenkopjes. In het fries boven de pilas
ters ziet men leeuwenkoppen en er naast aan den bui
tenkant een gesnorden mannenkop. In het midden van
het fries is nog een vlak stuk natuursteen, waarop,
volgens een teekening van Pronk, 1607 stond. Boven
de kroonlijst is een aardig topje met een mooi gebogen
natuursteenen versiering, zooals te Hoorn niet meer
voorkomt. In het midden vindt men het wapen der
Admiraliteit, een schild waarop het Westfriesche
wapen gestaan heeft, geplaatst op twee ankers, waar-
tusschen de letters P.P.P., Pugno pro patria (Ik vecht
voor het vaderland). Het geheel eindigt van boven in
een gebogen omlijsting, gevuld met een schelpvorm.
Jammer genoeg is dit sierlijke poortje wel wat ver
waarloosd het wordt tijd, dat het spoedig op vakkun
dige wijze onderhanden genomen wordt.
Op de plaats waar de tegenwoordige Waag staat, be
vond zich vroeger een ander waaggebouw, waarvan
62