De Renaissance 16e en i"/e eeuw
Deze periode valt samen met den toenemenden bloei
van de stad, een tijd waarin veel is gebouwd en waar
in geen kosten gespaard werden. Wij zijn den Spaan-
schen tijd genaderd.
Het eerste gebouw, dat chronologisch volgt, is het
St. Jans gasthuis van 1563 in vroeg Renaissance stijl
opgetrokken. (Zie afb. blz. 51). Het is gelegen tegen
over de Groote kerk en vroeger was de klokkentoren
ernaast. Er bestaat een mooie teekening van Bosboom
van dit interessante stadsbeeld. De voorgevel van bak
en natuursteen staat ook hier weer niet rechthoekig
op de zijgevels. En omdat het gebouw dus geert, heeft
de bouwmeester gemeend alle dagkanten van deuren
en vensters met de richting van de zijgevels mede te
moeten laten loopen. Voorwaar geen gemakkelijke
taak om zooiets goed uit te voeren. Met zeer veel
bewondering beschouwen we dergelijke opvattingen
en ook de andere vrijheden, die zeer gedurfd zijn,
zonder het mooie van het gebouw te schaden, ja, er
integendeel een aardige speling in brengen, die goed
doet. Zoo is het ook met de as van dezen gevel. De as
van de deur en omgeving is, evenals de as van de ver
dieping er boven, niet in het midden van den gevel
geplaatstaan de volgende verdiepingen is dat wel het
geval. Er is wel eens beweerd, dat dit gedaan is, om
dat het gebouw geertik meen echter, dat het een vrij
heid is, die hier is toegepast, omdat achter het breed
ste gedeelte de trap is geprojecteerd. Op teekeningen
van Pronk en Bosboom zien we in dit gedeelte een
deur.
De gevel is door horizontale banden verdeeld. De
ingang met de zij- en bovenvensters heeft wat verdee
ling aangaat veel overeenkomst met dien van den
Hoofdtoren en den Mariatoren, maar de vensters van
48