175° was afgebrand. AI is dit torentje op zichzelf heel
aardig, toch vormt het een groote tegenstelling met
den onderbouw. Toen het er op gezet is, heeft ook de
trapjesgevel plaats moeten maken voor de thans
aanwezige versieringen.
De gevel aan de zeezijde is heel eenvoudig van natuur
steen. Bovenaan is een mooie bogenrand, waarop het
uitgebouwde gedeelte rust met schietgaten. Hierin
zien we ook nog een uitbouw om een lantaren in te
zetten. Men moet vooral in het oog houden, dat oor
spronkelijk de toren vlak aan zee stond, wat nu gras
land en park is, was vroeger water. De lantaren was
dus een baken in zee. Aan den zeekant bevinden zich
nog twee gedenksteenen waarvan één met wapens
die betrekking hebben op vernieuwingen van het
houten hoofd.
Van den gevel aan de landzijde, van bak- en natuur
steen, is zeer veel werk gemaakt. De uitgebouwde bogen
zijn mooi gemetseld. Aan de uitmetseling, waarboven
weer een plaats is voor een lantaarn, afgedekt door het
wapen van Hoorn, is zeer veel zorg besteed. Vooral
de ingang met ramen boven en terzijde doet, wat
indeeling betreft, sterk denken aan dien van den
Mariatoren.
Toen in 1614 de Compagnie van Spitsbergen, ook wel
Noordsche Compagnie genoemd, werd opgericht, was
deze gevestigd in den Hoofdtoren. Deze Compagnie is
in 1645 al te niet gegaan. Ook is hier de vergaderplaats
van het Gilde der Lakenbereiders geweest. Vele jaren
later werden er allerlei cursussen gegeven. Thans is dit
bovengedeelte van den toren wat gerieflijker gemaakt
en het wordt bewoond door een dame, die hier een
heerlijk verblijf heeft, al is het jammer, dat het oude
cachet verloren is gegaan.
De bewindhebberen der Compagnie van Spitsbergen
hadden de torenkamer goed in orde laten maken. In
45