zware vrachten over te transporteeren, maar dat alleen diende om op te loopen, werd op een gegeven oogen- blik tot losplaats gepromoveerd; er werd een rijdek over gelegd, dat geheel dicht was en waar het water op bleef staan. Voor dit doel werd ook de toegang verbreed. De gevolgen bleven niet uit, in een korten tijd zou het geheel verknoeid geweest zijn. Er gingen zelfs stemmen op, om het maar op te ruimen. Geluk kig is dat niet gebeurd, het hoofd is hersteld en als voorheen alleen toegankelijk voor voetgangers. Minder gelukkig is men geweest met het laten verdwijnen der vier geelgeverfde houten windassen met de forsche handspaken om de sluizen te openen en te sluiten. Wat stonden zulke voorwerpen decoratief, niet te vergelij ken met de ijzeren samenstellingen, die er nu staan. Meermalen komen ze voor op schilderijen van Klin kenberg, die jaren achtereen in het najaar Hoorn bezocht. In het jaar 1532 is dus deze verdedigingstoren hier gebouwd, vóór dien tijd is er een bastion geweest. De ingang van de haven liep toen vlak langs den toren,- de sluis was er nog niet, die werd pas in 1775 ge maakt. Vóór dien tijd kon het zeewater vrij in stroo men, zoodat bij hoog water het geheele stadsgedeelte tot aan het Oost en West onderliep. Dit prachtige monument aan de haven is aan den zee kant opgetrokken van natuursteen, aan de landzijde van baksteen afgewisseld door natuursteen. Wat hoofd vorm betreft heeft hij zeer veel overeenkomst met den Mariatoren. Boven zijn ook schietgaten, maar inwen dig is hij iets anders. Het torentje van 1651 er bovenop heeft een geheel ander karakter, hieruit spreekt de zin voor het klas sieke. Van onder is het vierkant en vervolgens acht hoekig. Het mist een goeden overgang van vierkant op achtkant. Misschien is het veranderd, nadat het in 44

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1943 | | pagina 48