Van deze gevangenis, die wij alleen van teekeningen
kennen, is jammer genoeg niets meer over. P. Jolly,
die van 18301847 stadsteekenmeester was te Hoorn,
heeft haar nog geteekend. In de eeuw van afbreken
is dus ook deze merkwaardige behuizing verdwenen.
In het stadhuis wordt nog een verguld zilveren beker
bewaard, die volgens overlevering van Bossu afkom
stig moet zijn. Deze zeer mooi gedreven en gegra
veerde beker dateert uit de 2e helft van de 16e eeuw.
Op den rand staat het niet zeer duidelijke opschrift
rien ov contês iemi atens W. Het
mannetje met het schild boven op het deksel is van
veel later datum. (Zie afb. blz. 82).
Men komt het weeshuis binnen door een versierd
poortje, waarop het jaartal 1620 staat; het schijnt
echter, dat dit niet juist is en dat het 1729 moet zijn.
Dit poortje is in het laatst van de 19e eeuw geres
taureerd, d.w.z. men heeft gedaan, wat men nooit
doen moet, het opnieuw opgehakt of afgehakt, zoo
als men het noemen wil, waardoor het alle charme
verloren heeft.
Het inwendige van het gebouw levert geen bijzonder
heden op. Een aardige, met geschilderde wapens ver
sierde, schoorsteen van 1746, afkomstig uit de regen
tenkamer, staat nu op den zolder van het West-
Friesch Museum. Er zijn nog goede 18e eeuwsche
meubelen, eenige versierde glazen, tinnen borden en
twee teekeningetjes van C. Pronk. Het schijnt, dat
de tinnen borden pas eenige jaren geleden hoe is
het mogelijkte voorschijn kwamen. Op de bin
nenplaats zien we een typisch wapen van Hoorn en
twee looden beelden, een weesjongen en een wees
meisje. Nog twee andere beeldjes staan boven een
deur.
Het is zeer prijzenswaardig, dat de regenten van den
lateren tijd voor het behoud van dergelijke voorwer-
38