het in hun nieuwe kerkje op het Hoogaltaar te staan.
In latere jaren zijn nog onderzoekingen naar dit beeld
ingesteld.
Wijlen Rector L. A. Roozen veronderstelde, dat het
wel het witgeschilderde beeld kon zijn, dat op ver
schillende plaatsen in de stad bewaard geworden is.
Het is bij vermoedens gebleven, want aan den ge
schiedkundigen ketting missen de noodige schakels.
(Zie Het Gildeboek ie Jaargang afl. 3, 1918).
Het beeld is nu van zijn verflaag ontdaan, in de oor
spronkelijke kleuren gerestaureerd en heeft een goede
plaats gekregen in de R.K. kerk.
In 1441 heeft de houten kerk plaats moeten maken
voor de steenen, zooals we die thans kennen. Ze is
bij gedeelten uitgevoerd en in 1519 was ze klaar. Deze
typisch Hollandsche kerk is altijd eenvoudig geweest,
ze was dan ook niet de hoofdkerk. De grondslag is
een kruisvorm met twee zijbeuken, even hoog als de
middenbeuk. Ze is georiënteerd. De voorgevel staat
niet loodrecht op de as, zoodat het gebouw, evenals
zoovele andere in Hoorn, geert.
In de jaren 19361938 is de kerk gerestaureerd; dit
was erg noodig, vooral omdat de bekapping zeer slecht
was en bij regen het water naar binnen stroomde.
Er is gelukkig niet veel veranderd, ze is in hoofd
zaak gebleven zooals ze was. Het lag in de bedoeling
de eikenhouten overwelving, die geelachtig geschil
derd was, van de verf te ontdoen en in den oor-
spronkelijken toestand terug te brengen. Bij onder
zoek bleek, dat zeer veel eikenhout door vuren was
vervangen, zoodat heel wat nieuw eikenhout aange
schaft zou moeten worden. Dit werd echter zoo duur,
dat men hiertoe niet kon overgaan. De overwelving
is dus hersteld en weer in dezelfde kleur geschilderd.
De ribben zijn blank gemaakt; hier en daar zijn
nog sporen te zien van een oude versiering.
23