van de 18e eeuw gekomen aan een tijdperk van ver
val. Van bouwen was geen sprake meer, wel van afbre
ken. Er brak voor Hoorn een moeilijke tijd aan. Op
de plaatsen waar nu plantsoenen zijn, Westerdijk,
Baadland, Binnen- en Buitenluiendijk, het A.B.C.,
lagen werven en stonden huizen.
De bouwwerken der 19e en 20ste eeuw zullen we bui
ten beschouwing laten. Na de groote gebeurtenissen
van omstreeks 1800 heerscht er een tijd van armoede,
ook armoede van geest. Dit is na het midden of beter
aan het eind van de 19e eeuw wel veranderd, maar
over het algemeen is er veel gebouwd, dat beter achter
wege had kunnen blijven. Jammer genoeg staan vele
van die dingen jaren lang en ontsieren de omgeving.
Het is een gelukkig teeken, dat tegenwoordig meer en
meer gevoeld wordt voor het behoud van het oude
stadsschoon. Alleen wil men van tijd tot tijd de stad
gaan moderniseeren, wat zich uit in een verlangen
naar trottoirtjes. Zoo was tot voor eenige jaren het
Groote Noord veel interessanter met de verschillende
stoepen, hier breed, daar smal, de eene wat hooger
dan de andere. Maar het Noord is een winkelstraat en
winkelen schijnt prettiger te zijn als men over een
trottoir loopt, dit kan men dus billijken. Maar waar
zou het heen moeten als een dergelijk plaveisel overal
doorgevoerd zou worden. Die trottoirtjes van beton
en trottoirband zijn kleurloos en eentonig, dood zou
men kunnen zeggen. Een oud stadsgedeelte met zijn
aardige speling van licht en schaduw wordt in den
grond bedorven, als er zoo'n lange rechte streep langs
de huizen loopt. Laat men toch zuinig zijn met het
moois, dat Hoorn nog bezit.
Tot nu toe heeft de stad haar karakter van oude zee
plaats nog behouden, ofschooon de afsluiting van de
Zuiderzee hieraan veel afbreuk gedaan heeft en nog
zal doen. De botters, die met stormweer binnenvielen,
104