De versieringen, die aan de huizen in de 18e eeuw
voorkomen, zijn overeenkomstig de heerschende stijlen.
Naast de tot nu toe genoemde typen, zien we echter
in de 18e eeuw nog andere. Bij de openbare gebouwen
hebben we gezien, dat het mode wordt horizontaal af
gedekte gevels te zetten; bij woonhuizen is dit ook
het geval.
In dezen tijd worden verscheidene oude gevels afge
broken, het huis blijft gelijk van indeeling, maar in
plaats van den ouden komt er een nieuwe gevel met
horizontale gootlijst als afdekking. Meestal ziet men het
bovenstuk van het dak op een eigenwijze manier boven
de gootlijst uitsteken.
Een gevolg van dit nieuwe kleed is, dat de beneden
ramen hoog worden en de bovenramen laag, een ver
deeling als bij de 17e eeuwsche gebouwen met houten
pui en voorhuis. Op het jaar 1771 wordt b.v vermeld,
dat er „buytengewoon veel aan particuliere huysen
„gebouwt is, men kan ruym 20 huysen tellen, die van
„vooren geheel vernieuwt of merkelijk vernieuwt
„werden."
We willen nog eenige gevels noemen, waarvan de
juiste data bekend zijn of die een bijzonderen indruk
maken.
Het pand Groote Noord 67 heeft een eenvoudigen
gevel met een kroonlijst, waarop het jaartal 1737 en
„Door Godes segen heeft (volgt een teeken, dat den
naam aanduidt) dit bouwt dat hij aan den Heer
vertrout."
Een zeer rijke gevel staat voor het huis Groote Oost
nr. 43. Hij is geheel met natuursteen bekleed en ver
toont motieven van den stijl Lodewijk XIV. Dit ge
bouw heeft, naar men meent, Jonkvr. Ageta van
Foreest laten zetten. Het wapen van de Familie van
Foreest staat in den gevel. Jonkvr. Ageta werd in
1733 geboren en huwde Jonkheer Joan van Foreest
102