keling van het maatschappelijke en het economische
leven nu eenmaal onafwijsbaar stelt: in dit geval
voornamelijk de eischen van het werken, het wo
nen, het levensonderhoud, het verkeer. Zij besef
fen, dat zij bij hun heemschut-strijd gedwongen
zijn, soms zelfs kostelijke waarden prijs te geven,
wanneer daartegenover slechts staat de eerlijke,
goede wil van „de andere partij", om het werkelijk
allerschoonste en dus het absoluut onontbeerlijke,
te sparen, doch tevens de bereidheid en de kracht,
bij den opbouw van het door hen nieuw gecreëerde,
tevens nieuwe schoonheid te scheppen.
Tot deze tweede categorie van Heemschutters be
hoort, ook weer blijkens dit boek, en dat is m.i. één
van de groote verdiensten ervan, de Heer Koster.
Blijkens den titel is dit boek in het bijzonder een
getuigenis van en een pleidooi voor de schoonheid
van ons land. Dat de schrijver daarom, waar hij
meent, dat dit terwille van de landschappelijke
schoonheid noodzakelijk is, ook tegenover de man
nen der wetenschap somwijlen een pleidooi houdt
voor het handhaven van bepaalde landschapsvor-
men, die terwille van de eischen der wetenschap
een deel van hun thans bestaande schoonheid zou
den moeten inboeten is n.m.m. zijn goed recht,
vooral wanneer hij er daarnaast blijk van geeft de
wetenschappelijke waarde en eischen der natuur
bescherming te beseffen. Ook hier is het streven
naar evenwicht van belangen het allermeest nood
zakelijke; waar echter beiden: de dienaren der we-
6