rijke zangvogels verblijf houden. Er waren ter
weerszijden van de Maas heel wat fraaie beek
landschappen, helaas is een hoog percentage der
riviertjes genormaliseerd, voornamelijk in de
wijde omgeving van het Peelgebied in midden-
Limburg.
Wat heeft voorts Twenthe niet aan schoonheid in
geboet door de technische verbeteringen in het ge
bied van het waterschap de Regge, hoeveel schoon
heid heeft de Achterhoek, heeft ook Drenthe, heeft
ook Brabant verloren! Wij denken bijvoorbeeld aan
het verdwijnen van het Moergestelsche Broek. Bij
na alle riviertjes in Brabant staan op de „zwarte
lijst". Nu zou men er nog tot op zekere hoogte vrede
mee kunnen hebben, doch wat blijkt de laatste jaren
maar al te vaak?
Het blijkt maar al te vaak, dat de normalisatie haar
doel voorbij geschoten heeft, omdat niet alleen ont
watering verkregen was doch tevens, op verschil
lende hooger gelegen deelen van het stroomgebied,
uitdroging. Is het niet veelzeggend, dat langs
Twentsche beken proefvelden zijn aangelegd op
verdroogde terreinen, verdroogd door het verbete
ren van waterleidingen? Deze proefvelden moeten
dienen om de bevolking voor te lichten omtrent de
wijze, waarop het verdroogde grasland moet wor
den behandeld.
Bij het verbeteren is maar al te vaak de groote fout
begaan, dat men alleen lette op de afwatering van
de kronkelende beek zelve en niet op het geheele
stroomgebied als een organische eenheid. Wie weet
83