stuwdammen en welke technische middelen al niet meer hebben de ingenieurs de stroomen getemd, waardoor groote gebieden niet meer onder water loopen, en tóch behooren onze rivieren met haar breede dalen nog altijd tot de mooiste landschappen van Nederland. Alle techniek en andere cultureele bedrijvigheid hebben aan de grootschheid van het open landschap der breede stroomen weinig kun nen ontnemen. Groote rivieren in het buitenland leeren ons echter heel goed, dat het landschap er zonder dijken enzv. heel anders zou hebben uitge zien. In den tijd van hooge waterstanden zouden de Veluwe, Montferland en Hettenheuvel, 't Rijk van Nijmegen en de Utrechtsch-Gooische heuvelrij groote eilanden zijn, maar stellig zou gedurende het grootste gedeelte van het jaar het landschap droog liggen, een landschap met zandbanken en slikken, met wildernissen en natuurlijke weiden, doorsneden met tallooze breede en smalle geulen. Uit oude kaarten en studies te velde kan men thans nog altijd resten van dit natuurlijke dallandschap terugvin den, vooral talrijke oude rivierarmen, dikwijls ver van den tegenwoordigen stroom gelegen, voorts moerassen, veelal van kleine afmeting, zandruggen als de donken in de Lekstreek, fraaie steiloevers, merkwaardige planten ook, terwijl het vogelleven van menig complex uiterwaarden nog zeer rijk is. Dit maakt nu de rivierdalen tot zulke heerlijke landschappen, afgezien dus van de schoonheid-van- het-geheel, welke wij op vele punten aan Maas, Rijn, IJsel en Waal kunnen bewonderen. 78

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1943 | | pagina 91