duizenden hectaren grootte, waarin men vrij kan
rondzwerven niet buiten de paden komen zegt een
blauw bordje met art. 461 waar woningen, noch
wegen of andere zegeningen der menschelijke cul
tuur de op het natuurschoon gerichte opmerkzaam
heid verstoren. Zelfs vinden wij terreinen, waar
vroeger ontginningen zijn geweest, verwilderd en
verlaten door de uitdroging der duinen.
Dit kostelijke bezit zoo ongeschonden mogelijk te
behouden is de taak voor de toekomst. En dat niet
alleen het eigenlijke duinterrein zelf, maar ook de
duinranden, eveneens de beboschte geestgronden
met hun fraaie oude weggetjes, en natuurlijk ook
de stranden. Voor een vervuiling der stranden zijn
wij niet bevreesd, de badgasten kruipen dicht bij
elkaar, de afval van papieren en doozen beperkt
zich tot betrekkelijk kleine gedeelten van het strand.
Bovendien wordt het bijna overal spoedig na het
seizoen opgeruimd een natuurwacht is hier niet
noodig, zooals in sommige bosch- en heideterreinen
wel het geval is.
Laat ons thans eerst gaan mededeelen waar het duin
zijn grootste schoonheid bereikt!
Natuurlijk is dit een kwestie van persoonlijken
smaak. Wij kunnen ons zeer goed indenken, dat ve
len de voorkeur geven aan de bosschen van de oude
binnenduinen, zooals er vooral nog in Kennemer-
land te vinden zijn: indrukwekkende loofbosschen
grootendeels, die in romantische schoonheid dik
wijls de ongeveer even oude bosschen van den Ve-
luwezoom, de Gooische lustwarande en de Vecht-
63;