volg van te sterke wateronttrekking aoor waterlei
dingbedrijven tot een verarming van de flora en dus
tot een vermindering van de schoonheid geleid,
maar sommige van deze misstanden zijn uit den weg
te ruimen.
Zeer veel is en wordt er dus gedaan om de belang
rijkste gedeelten voor de recreatie en wetenschap
te reserveeren, ook wordt er ernstig naar gestreefd
om het duingebied, waar de flora te veel te lijden
had van de konijnen, wederom in goeden staat te
brengen. Er is overigens reeds zeer veel door den
mensch aan het duin gedokterd, in vorige eeuwen
schijnen tal van complexen niets dan barre zand
woestijnen te zijn geweest. Nu kunnen die zand
woestijnen heel schilderachtig zijn, zeker niet min
der waardevol in dit opzicht dan de stuifzanden van
de Veluwe en Drenthe, maar het ging op sommige
plaatsen te ver, de flora verdween, het „wandelen"
van de duinen werd zoo ernstig, dat de functie als
zeewering bedenkelijk achteruit ging en dat kan
nu eenmaal niet geduld worden. Een verstuiving
van de halve of een kwartdeel van de Veluwe zou
ook te bar worden, aan dergelijke „grillen" moet
nu eenmaal paal en perk worden gesteld, 't Is daar
om heel goed mogelijk, dat uiterst mooie stuifcom-
plexen in het duinlandschap verloren zijn gegaan
door beplanting met helm, door bebossching of an
derszins. Wie de stuifketels van de Ijsbeer bij
Schoorl, van het Heemskerkerduin of van een ge
deelte der Westerduinen op Texel kent, wel hèèl
indrukwekkende landschapsgedeelten, zou wel gaar-
59