VAN BOSSCHEN EN HEIDEN De gemiddelde beschaafde Nederlander, die niet zoo gelukkig is de planten- en dierenwereld van zijn land eenigszins te kennen, maar toch zeer veel van de natuur-in-haar-geheel houdt, beschouwt veelal onze bosschen en heiden als het natuurschoon bij uitnemendheid. Geen wonder, dat het de bosch- en heidestreken van ons land zijn geweest, die het eerst beteekenis kregen als recreatiegebied, als verpoo- zingslandschap voor toeristen en dagj esmenschen", later volgden de plassen en duinen. Hier gingen zich bij voorkeur de stedelingen vestigen, die de middelen bezaten om buiten te wonen, te beginnen met onze Gouden Eeuw, haast massaal werd deze trek naar buiten aan het eind der vorige eeuw en in deze eeuw. Groote stukken van mooi Nederland zijn immers door hen veroverd, overal langs den duinkant, langs den Gooischen en Utrechtschen heuvelrug, op de Veluwe en andere heuvelachtige gebieden, die tot de „woeste gronden" behooren, vindt men thans de landhuizen, villa's en villaatjes, heele wijken en parken vol, en deze vreedzame pe netratie heeft nog steeds niet haar einde gevonden. Het is een ideaal van duizenden landgenooten om in of bij de bosschen en heiden te wonen, óf ons natuurschoon van groote sociale waarde voor ons volk geworden is! En deze belangstelling voor een beetje warmte van Moeder Groen is zoo begrijpelijk! Enkele boomen 33 Ons Scboone Land 3

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1943 | | pagina 38