rassen en plassen hebben voor wetenschap, ontspan
ning en natuurgenot, eerstgenoemde vereeniging
bezit behalve het Naardermeer kleine juweeltjes
bij Aalsmeer (de Oosteinder Poel), aan de Twiske
nabij Landsmeer, de Baanakkers bij Jisp, twee een-
denkooi-moerasbosschen met omgeving in N.W.
Overijssel, namelijk bij Wanneperveen aan de Bel-
ter Wijde en bij Dwarsgracht, voorts de Rengers-
miede in het uitgestrekte gebied der Oude Venen,
waarvan It Fryske Gea ongeveer 300 H.A. bezit.
„Natuurmonumenten" bezit voorts in den Gelder-
schen Achterhoek het Korenburgerveen, een hoog
veen, dat eveneens door uitvening in een moeras
veranderde en thans weer regenereert, een schat
kamer niet minder rijk dan de boven genoemde,
hoewel dit veen wegens zijn ligging en andere
waterstaatkundige verhoudingen een geheel eigen
karakter bezit. Een juweel is voorts de kleine Ha-
rensche wildernis in het dal van de Hunze benoor
den het Zuidlaardermeer, waardevol ook om zijn
blauwgrasland met zijn bloemenschat.
Wat beteekent dit alles echter met elkaar? En toch
hoort men nu weer spreken van nieuwe polders be
noorden het Y, aan de Waver (Botshol), bij Sluyp-
wijk, bij Noorden, een buurtschap van Nieuwkoop,
is reeds een polder gereed. Van de Vechtmoerassen
staan er ook een paar van de kleine op het pro
gram, in Friesland schijnt er ook nog iets af te moe
ten, waar moet dat heen? Zeker, tal van plassen
loopen géén gevaar, omdat zij dienst doen als wa-
terwinplaats, als zandwinningsgebied, als recrea-
31