heid is vrijwel nergens in het oude polderlandschap
geschapen, zelden heeft de bedoeling voorgezeten
om het geheel mooier te maken. De schoonheid
bloeide op als een waterlelie uit het stille water.
Nu steeds meer gevoelige landschapsbewonderaars
op de schoonheid van onze omgeving gaan letten,
komen ook meer wenschen naar voren tot verfraai
ing van ons polderlandschap. Een verfraaiing, die
steeds in harmonie moet zijn met het karakter van
den polder en met de eigen natuur. Wegen werden
beplant, lang niet altijd met passend materiaal
rhododendrons en velerlei andere parkheesters be-
hooren niet aan onze polderwegen te staan.
Het eerste grootscheepsche voorbeeld van een ge
slaagde landschapsverfraaiïng is de Wieringer-
meerpolder. Tien jaar geleden lag de bodem van
dezen polder nog onbewerkt, thans is er een land
schap ontstaan, dat èn door zijn stedebouwkundig-
geordende structuur der cultureele gemeenschap èn
door zijn landschappelijk-aesthetische verzorging
ver uitsteekt boven alles, wat tot dusver in ons land
kan worden aanschouwd. Daarom wekken wij met
aandrang den lezer op dezen polder (en ook de la
tere welke er in het vroegere Zuiderzeegebied zul
len ontstaan) regelmatig te bezoeken.
Natuurschoonheid is een nationaal bezit, zij behoort
aan het geheele volk. De waarde van het schoone
landschap wordt natuurlijk vooral gevoeld door
degenen, die er in wonen en het vergelijken met
andere gebieden. Welnu, moet de bewoner van de
zen nieuwen polder zich niet bijzonder prettig ge-
19