als in Friesland, in de venen van Jisp en Wormer en van Waterland in Noord-Holland, in de Zuid- Hollandsche waarden, leeft nog altijd een rijke vo gelbevolking, tot zelfs dicht onder de groote steden. Kieviten, grutto's, tureluurs, kemphanen, kwartel koningen, kokmeeuwen, zwarte sterns, vischdief- jes bij duizenden komen ze er nog voor. Welk een rijkdom: de bloemrijke ruige weiden in het wijde zonnige waterland met daarboven een heer lijke bonte kleurrijke opgetogen vogelwereld! Van de talrijke uren, welke wij in de natuur hebben doorgebracht, zijn de meeste in het polderland voor bijgegaan, en altijd kwamen wij in dankbare stem ming van onze tochten terug. Het is eenvoudig een kwestie van zien, van een zich ontvankelijk stellen voor de schoonheid van het landschap, mits maar de belangstelling voor de wording er van en voor de planten en dieren en menschen, die het bewonen, aanwezig is. En het is zoo belangrijk, dat men dit landschap leert waardeeren. Een zeer groot deel van ons land is immers polder land; alles wat zonder dijken onder water zou ver zinken en nog veel meer, zooals oude bedijkte kwel- dergronden. De groote meerderheid van ons volk woont in dit polderland, bijna al onze groote ste den liggen er in. Wij zijn er dankbaar voor dit pol derland te hebben lief gekregen om zijn onverge lijkelijke schoonheid, om zijn bloemen en vogels. Toch kan dit polderland, of liever kunnen vele ge deelten van dit polderland nog in schoonheid win nen, zij hebben er zelfs recht op. Opzettelijke schoon- 18

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1943 | | pagina 23