het voorjaar met het heerlijk-frissche groen van ontluikend graan en ander zaad. Is het te verwon deren, dat de cultuur-technicus in vervoering kan geraken wanneer hij dit alles ziet en weet, dat het grootendeels zijn werk is? Hij legde de dijken en de wegen aan, hij ploegde de akkers, hij zorgt voor bemaling het oude land kent men nauwelijks terug.... En tóch, waar het oude land nog zichtbaar is, waar zijn geulen, waar in in vroeger eeuwen water stroomde, zichtbaar zijn, daar is het polderland op zijn mooist. Men kan dat heel mooi zien op het eiland Texel, op Walche ren, Schouwen, in de Friesche en Groningsche wei destreek. Texel weerspiegelt alles in het klein: hoe verrassend schilderachtig is het oude polderland schap met zijn natuurlijke „lijnen" vergeleken bij het nieuwe! In vroeger eeuwen ging men niet zoo streng-ratio- neel te werk, een polder werd een compromis tus- schen natuur en cultuur, later werd dat anders, zoo als de Haarlemmermeerpolder bewijst. Deze polder is wel eens gekenschetst als de meest prozaïsche van Nederland, nog saaier dan veenkoloniale winge westen, maar het valt bij kennismaking waarlijk mee. Het is geen Beemster of Purmer, ook geen Be- tuwsch polderland, maar nu hij zoetjes aan den hon derdjarigen leeftijd nadert, het geboomte om de boerderijen flink ontwikkeld is en ook langs de we gen eenige beplanting gekomen is, valt ook dit land schap niet tegen. Langs zijn randen kan men zelfs van het heerlijkste natuurschoon genieten in het 15

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1943 | | pagina 18