Wij hopen in dit boekje vooral uw aandacht te vra gen voor het „echte" natuurschoon in ons land, maar dat wil niet zeggen, dat de schoonheid van het door ons zelf gemaakte cultuurlandschap min dere waardeering verdient! Integendeel, ieder weet van zich zelf maar al te goed, dat de waardeering van het natuurschoon betrekkelijk is. Men kan, wo nend in een polderland, veel meer genot en ont spanning zoeken langs dijken en vaarten dan in een boschgebied met een weelderige flora en fauna, dat ver van huis verwijderd is. Een recreatiepark in een groote stad is, sociaal gesproken, waarde voller dan een oud eiken-berkenboschje in het mid den van Drenthe, hoewel het in biologisch-weten- schappelijk opzicht ver bij dit boschje achterstaat. Wij moeten ons natuurschoon daarom waardeeren in al zijn veelzijdigheid, in al zijn volheid van kleu ren en vormen, in al zijn afwisseling van land schappen en natuurschatten, van bloemen, vogels en vlinders. Dan leeren wij het beschouwen als een kostelijk nationaal bezit, een onuitputtelijke bron van levensgeluk. Nog lang niet voldoende wordt beseft in welk heerlijk land wij wonen, dat de na tuur van dit land ons leven dag in dag uit kan ver rijken minstens evenveel als kunst en muziek dat kunnen doen! Ons polderland.... Hoe vaak hoort men niet bewe ren, dat er „niets aan" is! Hoeveel Amsterdam mers, Rotterdammers en Groningers beklagen zich niet over de omstreken van hun stad, omdat er geen of onvoldoende natuurschoon te vinden is, waar- 13

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1943 | | pagina 16