VAN ONZE POLDERS \oert men een gesprek met een cultuurtechnicus, wiens taak het is om woeste gronden te ontginnen en te veranderen in akkers en weiden, dan wordt heel vaak de vraag gesteld: „Maar is ons cultuur landschap, dat wij zelf geschapen hebben, dan niet mooi? Is het geen prachtig gezicht zoo'n groote nieuwe polder met bloeiende velden, of zoo'n weide met vee? Kijk eens naar de meesterwerken van onze landschapsschilders, geven die niet bijna alle schoonheid weer, welke mede onder menschelijken invloed is tot stand gekomen? Zij beelden oude boerderijen, visschershuisj es, knotwilgen met koeien, schaapskooien, door den mensch geplante bosschen af, heel weinig die zoo hooggeroemde ongerepte natuur!" Natuurlijk antwoorden wij dan, dat hij volkomen gelijk heeft, het cultuurlandschap, in het bijzonder het Nederlandsche, is bijzonder schilderachtig. Niet valt te ontkennen, dat in door ontginning en inpol dering tot stand gekomen gebieden nieuwe land schappelijke schoonheid geschapen kan worden en ook uit zich zelf kan ontstaan, ja, dat zelfs tal van onze natuurmonumenten, landgoederen, bosschen en plassen, niet zonder ingrijpen van en doelbe wuste exploitatie door den mensch hun schoonheid verkregen hebben. Het is waar, wat ir. J. Th. West- hoff ergens schrijft: vrijwel al het landschappelijk schoon in Nederland is ontstaan door samenwer- 11

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1943 | | pagina 14