toevertrouwd. Het behoort tot de landschapsver zorging van het oude cultuurland, welke vooral werkzaam kan zijn door het beschermen van hoo rnen, boomgroepen, heggen, pleinen, kortom van alles, wat de natuur aan schilderachtigs geschapen heeft. Hoe hebben verschillende Drenthsche brink dorpen al niet van moderne invloeden geleden, wat is er in andere intieme kernen van volkscultuur aan schoonheid verloren gegaan! Het geval der Drenthsche brinken is voorts inte ressant uit een oogpunt van toerisme. Te gemakke lijk wordt door velen, die eigenlijk al die bezorgd heid om ons natuurschoon als overgevoeligheid beschouwen het staat veel flinker om met de spade te werken! alleen aan de waarde der schoonheid op zich zelf gédacht. Deze gedachten- gang is onjuist, eerstens omdat waardeering van landschapsschoon, flora en fauna even hoog staat als die van muziek en kunst, tweedens omdat men het natuurschoon zelden los kan denken van eco nomische belangen, in het bijzonder van die van het vreemdelingenverkeer. Een streek met natuur monumenten gaat achteruit wanneer de détail schoonheid van wegen, dorpen en het omringende cultuurlandschap wordt verwaarloosd. Wat nu Drenthe betreft, reeds in 1933 ging een schrijven van de Provinciale Vereeniging voor Vreemdelin genverkeer aan de gemeenten uit, waarin gezegd wordt: „Reeds vanouds zijn de Drenthsche brinken beroemd om hun eenvoudig schoon, om het strakke rustige karakter, dat zij verleenen aan de Drenth- 103

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1943 | | pagina 120