In de oude cultuurlandschappen is, dank zij de een
voudige ontginningen en bedrijfsverhoudingen van
vroeger eeuwen, een harmonie tusschen cultuur en
natuur ontstaan (bijvoorbeeld in Twenthe, Zuide
lijk Brabant, langs den duinrand), in de nieuwe
moet deze harmonie worden tot stand gebracht. Als
voorbeeld van dit laatste noemden wij den Wierin-
germeerpolder.
Maar er is voor ons land nog alle aanleiding om
nog eenige aandacht te besteden aan „details",
waarmede wij dan bedoelen onze wegen, kanalen,
spoorwegen, dorpen, parken en plantsoenen. Voorts
moet nog op enkele euvelen gewezen worden, die
het natuurschoon afbreuk doen, zooals vuilstort
plaatsen, slechte bebouwingen, autobelten en re-
clame's, terwijl ten slotte nog een enkel woord zal
worden gezegd over de mogelijkheid, welke de mo
derne stedebouwkunde biedt om de schoonheid van
de Nederlandsche landschappen in algemeenen zin
te handhaven en te bevorderen.
De wegen, zoowel de water- als de landwegen, vor
men een uiterst belangrijk onderdeel in het land
schap. Ons leven speelt zich voor een groot deel om
en op de wegen af, honderdduizenden ondervinden
hun aanwezigheid als een voortdurende ervaring,
zij het vaak onbewust. De meesten realiseeren zich
niet hoe het met de aankleeding van een weg ge
steld is, als hij maar goed bruikbaar is dan is men
voldaan. Zoo dachten tot ons leed de wegenbou
wers er ook over. Schoonheid is luxe, wie daarvoor
voelde kon het zelf betalen. Zoo zijn er honderden
99