repte doorbraakdal van de rivier met haar zijdalen en zooals in een desbetreffende toelichting gezegd wordt „in dit opzicht veel belangrijker dan de St. Pietersberg". Verder lezen wij er van: „Dit ter rein is ook archaeologisch interessant. Hier vindt men de sporen van zeer oude bewoners van ons land in het Neolithicum, misschien zelfs in het Palaeo- lithicum. Hier zijn de oudste mijnwerkj es aanwe zig, waarin de toenmalige mensch zocht naar vuur steen voor het vervaardigen van zijn gebruiksvoor werpen. Allerlei vondsten zijn hier nog mogelijk." Reeds is opgemerkt, dat de op de lijst voorkomende terreinen ook van belang zijn voor het behoud der flora. Er behoort o.m. het veengebied van Voeren- daal toe, voorts het Leifender Ven, het eenige wer kelijke ven in Zuid-Limburg, terwijl er zeer inte ressante vindplaatsen van fossielen uit lang vervlo gen geologische tijdperken voorkomen. De bosschen moeten bijtijds worden beveiligd, omdat het gevaar dreigt, dat zij ontgonnen worden om er akkers van te maken. Het bekende Onderste en Bovenste Bosch bij Epen met hun tegenstelling van heideflora en krijtflora behoort ook tot de te beschermen objec ten, evenals het Vierlandenpunt. In Zuid-Limburg weet men dus nu waarom het gaat. Dat kan van alle provincies in ons land niet gezegd worden, hoewel Gelderland in dit opzicht reeds ver gevorderd is zelfs staat de provinciale overheid daar een speciale Verordening tot be scherming van natuurmonumenten ten dienste! Het ontdekken van de schoonheid van Limburg is 95

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1943 | | pagina 110