waant zoo'n Noordeling zich in een nieuwe we
reld, zoo de groote fabrieken bij de steenkoolmijnen
hem daarvan nog niet in voldoende mate hadden
overtuigd. En in deze nieuwe wereld ontdekt hij
natuurlijk nieuwe schoonheid, zooals een Zuid-
Limburger dat doet in onze vlakke kuststreken
Al enkele malen hebben wij kunnen ervaren, dat
het beleven der natuurschoonheid aan intensiteit
wint bij het toenemen der hoogte. Hier in Zuid-
Limburg staan wij nog veel hooger dan op de Ve-
luwe, de Mookerheide of den Lemelerberg, de pa
norama's zijn veel wijder en grootscher, de dalen
veel breeder en dieper ingesneden, en veel scherper
geprononceerd waar de harde krijtwanden zijn aan
getast en als oude verweerde muren van ruïnes zijn
blijven staan.
Het is het begin van het bekoorlijke bergland, dat
zijn voortzetting vindt in België en Duitschland, en
al zijn wij moderne menschen alle wel eens in geheel
ander bergland geweest, wij vinden het toch maar
wat prettig, dat Zuid-Limburg tot Nederland be
hoort, dat Nederland heusche bergen bezit. Wij vin
den het heerlijk, dat de Geul, die na sterken regen
val en het smelten van sneeuw nog zulke echte
bergbeekallures kan aannemen, een Nederlandsch
riviertje is. Wij genieten van de bloemenpracht aan
de bergwanden en in de holle wegen, van de wilde
romantische boschjes, die zich nog op vele plaatsen
tusschen het gecultiveerde löss-landschap bevin
den. Ook hier zijn de bosschen lang niet van men-
schelijke exploitatie vrij gebleven, maar toch zien
90