VAN LIMBURG
Zooals in menig ander opzicht neemt ook het na
tuurschoon van de provincie Limburg een zeer eigen
plaats in onder de groote landschappelijke waarden
van ons vaderland. Dat blijkt dadelijk al in het
hooge Noorden der provincie, wanneer wij de Maas
en de beken verkennen, op hooge steiloevers ge
nieten van prachtige vergezichten of zwerven over
de duinen, bosschen en heiden tusschen de rivier en
de lange grillige grenslijn in het Oosten. Het is
alles anders dan elders in ons land, het is typisch-
Limburgsch! Natuurlijk oefent ook de menschelijke
omgeving, de eigen aard van de samenleving der
dorpen en van de boerderijen, haar invloed uit bij
het vastleggen der indrukken, doch ontwijfelbaar
wordt ook het natuurschoon in Limburg anders dan
dat waarvan men genoot in het Rijk van Nijmegen
of in het Brabantsche, en dat te sterker naar mate
men het Maasdal nadert.
Toch wordt het pas héél anders, wanneer Zuid-
Limburg begint, dan begint de Noorderling, die
nooit eerder zijn schreden in dit land heeft gezet,
aan het buitenland te denken, aan de lage bergstre
ken van België en het Rijnland, en dat wel heel
sterk, wanneer de trein bij Beek afdaalt in het Maas
dal of ons van Sittard naar Heerlen brengt. Wij
zien steile hellingen, een diep gelegen rivierdal en
schilderachtige beekdalen en wanneer wij in het
Zuiden over en langs de krijtrotsen dwalen, dan
89