dienen voor ons volk behouden te worden, ze zijn
voor natuurvrienden even kostbaar als beroemde
schilderijen in het Rijksmuseum.
Nog een enkel woord over de dijken langs onze
rivieren. Zij komen lang niet overal voor, de Maas
en, in veel mindere mate de IJsel, hebben bijzon
der fraaie natuurlijke oevergedeelten, die tot het
mooiste natuurschoon van ons land behooren. Waar
dijken onmisbaar zijn behoeft men zich, zooals ook
reeds in het eerste hoofdstuk werd opgemerkt, vol
strekt niet over hun aanwezigheid te beklagen. Hun
aanwezigheid heeft in vroeger tijd, toen dijkdoor
braken veel meer voorkwamen dan thans, zelfs aan
leiding gegeven tot het ontstaan van de voor ons
land zoo karakteristieke schoonheid der wielen of
walen, die zoo fraai zijn, en zoo rijk aan bloemen
en moerasvogels dat zij eigenlijk alle onder be
scherming dienen te worden gesteld. Aan de Linge
komen ook heel mooie voor. Overigens zij aller aan
dacht gevestigd op de dijken zelf, op de ongemeen
kleurrijke flora er van en in de Betuwe op de
zware noteboomen, die vele schilderachtige dijk-
huisjes overschaduwen.
En nogmaals: het cultuurschoon, de oude kastee-
len, molens en veerhuizen, is in de rivierstreken
verrassend rijk. Jammer, dat de oude watermolens
bij onze beken steeds meer verdwijnen, ze zijn er
nog, doch laat men er voor zorgen, dat niet binnen
kort de laatste moet worden afgebroken. Een idylle
87