D e Hollandsche lente begint eigenlijk al in November
en voor wie wat dieper in den grond kijkt, nog wel eer
der. Een groot aantal planten, die in Juni de zomerrust
zijn ingegaan, beginnen dan te ontwaken en reeds in
November komen voorlijke Aaronskelken en Sneeuw
klokjes, Lenteklokjes en Vogelmelk boven den grond,
zelfs Zomerklokjes. Tegelijk gaan ook allerlei soort van
zaden ontkiemen. Eigenlijk ontkiemen er plantjes iede-
ren dag van het jaar, elk op zijn tijd. Maar voor den
opmerkzamen wandelaar is dat ontkiemen in den herfst
al een zeer aantrekkelijk verschijnsel. Terwijl veel plan
ten afsterven, boom en struik hun bladeren verliezen en
alles schijnt schuil te gaan voor den naderenden win
ter, zien we overal klein jeugdig groen te voorschijn
komen, de voorloopers van de lentebloemen. Dikwijls
genoeg komen zelfs de Sneeuwklokjes reeds met Nieu-
wejaar in bloei, evenals de Witte Els en de Hazelaar en
de mooie gele Winteraconiet.
HOOFDSTUK I
DE SNEEUWKLOKJESLENTE
Maar ook komt wel de vorst een woordje meespreken
en dan gebeurt dat allemaal een maand later en soms
zooals in 1941 en 1942, zelfs twee maanden. Zoodoen
de krijgen we dan een mengsel van winter en lente:
hollen en stilstaan en dat juist maakt de eerste drie
maanden van het jaar zoo bijzonder onderhoudend.
Al die voorjaarsplanten zijn heel gevoelig voor licht
en warmte. In Thysse's Hof hebben wij duizenden
sneeuwklokjes door den heelen tuin verspreid en nu is
het heel duidelijk te zien, dat op zonnige en beschutte
plaatsen de plantjes zich vlugger ontwikkelen, hooger
opschieten, de bloem eerder uit de scheede laten dui
kelen en daarna openen. De drie buitenste bloem
blaadjes buigen zich opwaarts zoodra de temperatuur
in de onmiddellijke omgeving 10° C. bedraagt, bij 8° C.
15