verplichtingen hebben. De duinroosjeshelling is al heel
goed gelukt, evenals sommige eikenformaties, de vij
veroever en de dennenheuvel.
In 1925 is de groote open ruimte bezaaid met gras,
eenige soorten, waarvan sommige heelemaal niet in het
duin thuis behooren. Gaandeweg heeft de natuur zelve
hier haar rechten heroverd en het grasduin ziet er nu al
heel bevredigend uit.
Het is anders geen dankbaar werk, met de natuur te
moeten worstelen. Sommige planten hebben zoo graag
het rijk alleen en die moeten wij dan beteugelen. Dezer
dagen voeren we een harden strijd tegen de Akkerpaar-
destaart. Ook de Dauwbraam en de Klimop geven ons
veel last. Op zichzelf is dat allemaal wel heel interes
sant, maar wij mogen ons hoofddoel niet uit het oog
verliezen.
Het hoofddoel is, dat ieder bezoeker van den Hof ge
makkelijk en plezierig en duidelijk kennis kan maken
met onze planten. Daarvoor is het noodig, dat zij in
flinke hoeveelheid vlak langs de paden voorkomen. Het
is licht te begrijpen, dat de bezoekers niet, nooit en
nimmer en onder geen enkel voorwendsel, buiten de
paden mogen gaan. Ook van „plukken" geen sprake.
De tuinman heeft de bevoegdheid, uitzonderingen toe te
staan, kan ook bloemen, twijgen, zelfs heele plantjes
uitreiken. Daar staat dan weer tegenover, dat wij heel
dankbaar planten, stekken, zaden in ontvangst nemen
ter verrijking van den Hof. Dankbaar gedenk ik hier de
helaas zeer weinigen, die ons in dit opzicht van dienst
zijn.
De toegang tot den tuin is vrij voor iedereenkinderen
beneden de twaalf jaar alleen onder geleide en dat
geleide is dan verantwoordelijk voor eventueele wan
daden van het kroost.
Ik zie dat kriel overigens het liefst van alles. Wanneer
ik een Montessori-klasse met bekwame leidsters in den
Hof ontdek, dan sluip ik daar graag achterom langs
(de paden leenen zich daartoe uitstekend). Wat prach-
10