verhelen, dat de Stichting in de laatste jaren telkens te
worstelen heeft met tekorten. De Gemeente Bloemendaal
zelf geeft ieder jaar trouw haar subsidie, heeft zelfs ter
gelegenheid van Thysse's vijfenzeventigsten verjaardag
haar subsidie tot 1500.— verhoogd en is dikwijls ook
op andere wijze behulpzaam. Maar „de vrienden van
de Natuur en van Thysse" laten ons gaandeweg in den
steek. Dat is in het bijzonder voor Thysse heel pijnlijk,
want hij doet toch zoo zijn best.
Ons program is vrij eenvoudig. Wij streven er naar, in
den Hof alvast bijeen te brengen alle planten, die door
onzen beroemden voorganger F. W. van Eeden in zijn
„Onkruid" voor de duinen zijn vermeld. Dat boekje is
altijd nog het lezen overwaard, niet alleen om zijn
plantkundige beteekenis, maar ook om de voortreffelij
ke ziel van den schrijver, den man, die ook het eerst in
Nederland den naam van „natuurmonumenten" heeft
gebruikt. Ik had den tuin dan ook: „Van Eeden's Hof"
willen noemen, maar mijn vrienden duchtten verwar
ring met den Hof van Eden en bevorderden mij tot
peetvader. Maar altijd voel ik „den ouden van Eeden"
steeds naast mij.
Behalve aan de echte duinplanten schenken wij ook
onze aandacht aan de inheemsche en verwilderde flora
van de groote buitenplaatsen langs den binnenkant der
duinen en enkele figuren uit Zuid-Limburg, zoo na ver
want aan ons kalkrijke duin. Ook mogen we de duin
beplanting met naaldhout niet uit het oog verliezen en
niet verzuimen een plaats in te ruimen aan de „adven-
tieven", aankomelingen in het duin tengevolge van ver
keer en cultuur. In het geheel zijn thans vierhonderd
soorten vertegenwoordigd, waaronder bijna alle hout
gewassen van het duin.
Wij streven er naar, die planten te vertoonen in hun
natuurlijk verband, in plantengezelschappen. Heelemaal
precies kunnen wij dit op zoo'n beperkt terrein (2 h.a.)
niet ten uitvoer brengen, temeer omdat wij nog andere
i