83
De altijd groene boomen en struiken, zooals Den en
Spar en Hulst en Jeneverbes, laten ieder jaar ook bla
deren vallen en wel doorgaans al vroeg in den herfst.
Evenwel houden ze hun bladeren twee, drie, vier jaar
of zelfs langer en daardoor zijn ze dan altijd groen.
Wanneer ge op den groei van die boomen let, dan kunt
ge gemakkelijk bepalen, uit welk jaar de bladeren of
naalden afkomstig zijn en welke „jaargang" nu gaat
afvallen.
Lucht en licht, vorst en dooi en de werkzaamheid van
allerlei planten en dieren, waaronder ook microscopisch
kleine, verwerken die afgevallen bladeren tot blad-
aarde, tot humus, bevorderlijk voor het leven van boom
en struik zelve en van de mooie flora van den bosch
bodem, die grootendeels al aan het ontwaken is, eer de
boomen staan „in winterdaagsche ellende", een sombere
dichterlijke vrijheid van onzen goeden Guido Gezelle.
Hij bedoelde het zoo erg niet, want hij wist evengoed
als gij en ik, dat de Sneeuwklokjes dan toch alweer een
centimeter boven den grond staan en wij kunnen dit
boekje dan weer van voren af aan beginnen.
'ïmS.VkHIIIf