merken kon aantoonen. In feite bood de gesteld
heid van het terrein hier de gelegenheid niet an
dere kenmerken toe te passen.
Anders was het gesteld met het kasteel van Val
kenburg, den ouden Valksberg! De bouwheer
van den Valksberg vond een bij uitstek geschikt
terrein in den uitlooper van den heuvelrug, welke
uitlooper met een steden rotswand aan den zuid-
westkant van het stadje boven het dal van de Geul
oprijst. Van den Heunsberg behoefde slechts aan
de noordzijde een heuveltop te worden afgezon
derd. Het materiaal, waaruit de Heunsberg bestaat,
leent zich bij uitstek er toe. In de mergel werd een
breede kloof uitgekapt, een droge gracht, nu een
holle weg, bekend als de Dwingelweg. De over
zijde van den hollen weg werd kaal gehouden om
den vijand geen dekking en de bezetting een goed
schootsveld te bieden. Zoo werd de terreingesteld
heid pasklaar gemaakt aan de eischen der verde
digingskunst. De bebouwing van den burchtheuvel
laat zich het duidelijkst beschrijven door het hoogst
gelegen plateau tot punt van uitgang te nemen en
van daar af te dalen. Op dit plateau lagen de ge
bouwen, welke op teekeningen in de verzameling
van het Provinciaal Genootschap (bewaard ten
stadsarchieve te Maastricht) bestonden uit de bij
eenvoeging van verschillende gedeelten; het, in
den loop der tijden uitgegroeid, complex wordt op
die teekeningen weergegeven met daken van on
gelijke hoogte. Op oudere afbeeldingen komt een
groot rechthoekig gebouw voor onder een lang dak
en met negen vensters op de verdieping in den
langen naar het stadje gekeerden gevel. Dit ge
bouw nu lag op het plateau. Den naar de stad uit-
zienden gevel wil ik gemakshalve den noordgevel
noemen en mij bij de beschrijving der gebouwen
van de windstreken bedienen, alsof het rechthoekig
hoofdgebouw zijn lange zijden op het Noorden en
77